Hans en Grietje

Er waren eens twee kinderen, Hans en Grietje. Ze woonden aan de rand van een groot bos. Hun stiefmoeder vond dat er niet genoeg eten was en overtuigde hun vader om hen achter te laten. Gelukkig was Hans zo slim: hij liet een spoor van steentjes vallen en zo konden ze in het maanlicht weer veilig naar huis terugkeren.

Maar na een tijdje gebeurde hetzelfde opnieuw. Dit keer had Hans geen steentjes, enkel broodkruimels. Hij liet ze vallen onderweg, maar toen ze ’s avonds de weg terug zochten, waren de kruimels door de vogels opgegeten. Hans en Grietje waren echt verdwaald in het donkere bos.

Na lang ronddwalen kwamen ze bij een huisje van snoep, koek en suiker. Ze begonnen ervan te eten, maar plots verscheen er een oude vrouw. Ze leek vriendelijk, maar in werkelijkheid was ze een heks. Ze sloot Hans op in een kooi en wilde hem opeten zodra hij dik genoeg was. Grietje moest al het werk doen. Gelukkig was zij dapper en slim: ze duwde de heks zelf in de oven en bevrijdde Hans.

Samen ontdekten ze in het huis van de heks een grote schat. Daarmee keerden ze terug naar hun vader, die dolblij was hen levend en wel terug te zien. Vanaf dat moment leefden ze gelukkig, zonder zorgen.

En zo zie je maar: wie samenwerkt en elkaar vertrouwt, vindt altijd de weg terug. Tijdens onze tocht gaan wij dus ook samen op zoek naar de juiste weg, en leren we elkaar beter kennen!

Wij zien jullie graag zondag terug voor een tocht!