Prinses op de erwt

Er was eens, in een land vol vreemde sprookjesfiguren, een kasteel waar de koning en koningin een groot raadsel hadden: hoe herken je een échte prinses?
Op een regenachtige avond klopte er iemand aan. Het was… Adinda. Met zijn rugzak vol sokken en koekjes zei ze: “Ik ben een prinses!”

De koningin fronste. “Ja hoor, dat zegt iedereen. Dat moet je eerst bewijzen.”
Dus legden de kasteelwachters twintig matrassen op elkaar, met daaronder een kleine erwt. “Als Adinda dit voelt, dan is ze écht een prinses,” fluisterden ze.

Adinda klauterde naar boven (met onderweg drie keer bijna een salto), kroop onder de dekens en probeerde te slapen. Maar de hele nacht hoorde je haar jammeren:
“Help, er ligt een steen in mijn rug!”
“Wie heeft er groenten in mijn matras gestopt?!”

’s Morgens stond Adinda op met wallen tot op zijn knieën. Ze riep: “Ik heb géén oog dichtgedaan! Wat een vreselijk bed!”
De koningin sprong recht: “Dat kan alleen een échte prinses voelen!”En vanaf dat moment werd Adinda gekroond tot prinses van het groepsweekend.
Want wie kan slapen met een erwt onder zijn matras… kan vast ook een heel weekend vol avonturen, spelletjes en geheimen aan!